Informatie over Indonesië
Indonesië is een land bestaande uit een eilandengroep van
17.508 eilanden en is daarmee de grootste eilandstaat ter wereld. Er wonen 251 miljoen inwoners in Indonesië en Indonesië is daarmee het op drie na meest bevolkte land ter wereld. Maar tragisch genoeg leeft 16 procent van de bevolking in Indonesië onder de armoedegrens.
Indonesië heeft een tropisch klimaat. De gemiddelde jaartemperatuur ligt in het gehele land rond de 30 graden Celsius.
Het volk bestaat uit heel veel verschillende etnische groepen. Deze honderden groepen hebben allemaal hun eigen mythen en legenden die uitleg geven over de oorsprong van hun volk, de verhalen van hun voorouders en de demonen of goden in hun geloofssystemen. In het hele land worden ongeveer 300 verschillende etnische groepen onderscheiden en worden er 742 verschillende talen en dialecten gesproken.
De officiële taal is het Bahasa Indonesia. Dit wordt op alle scholen in Indonesië onderwezen en wordt door bijna elke Indonesiër gesproken. Het Indonesisch werd tot officiële landstaal verheven na de onafhankelijkheid in 1945. De meeste Indonesiërs spreken meestal ook een van de andere honderden lokale talen. Een gedeelte van de oudere inwoners spreekt zelfs Nederlands. Dit komt doordat Indonesië (Nederlands-Indië) een kolonie was van Nederland.
De economie
Sinds de Aziatische Crisis aan het einde van de jaren '90, heeft Indonesië zich financieel enorm goed ontwikkeld. Gedurende de afgelopen jaren is de economie sterk gegroeid. Dit komt door sterke economische ondernemingen die zijn ontwikkeld en door een voorzichtig beleid. Dit mede dankzij de hulp van ontwikkelingsorganisaties.
Er wordt voorspeld dat de economische groei in Indonesië door zal zetten. Grote klappen zijn wel de vaak voorkomende natuurrampen geweest, met als voorbeeld de hele grote ramp in 2010. Indonesië heeft de economische groei wel kunnen voortzetten, ondanks deze financiële klappen.
De armoede
Indonesië kent grote verschillen in welvaart. Het is niet zo dat de hele bevolking arm is, want een deel van de bevolking kent juist een onvoorstelbare rijkdom. Deze welvaartsverschillen zijn te zien aan de steden. Er zijn veel sloppenwijken in Indonesië, maar soms loop je een paar meter verder en staan er de meest luxueuze gebouwen. De Indonesische overheid heeft veel initiatieven genomen om de enorme armoede in het land te bestrijden. In 2004 leefde volgens officiële tellingen 16,7% van de bevolking, ongeveer 40 miljoen mensen, onder de armoede grens. Meer dan de helft van de bevolking moest zien te overleven van minder dan twee dollar (1,4 euro) per dag.
De honger
De armoede in Indonesië kent veel hongerdoden als gevolg. Veel kinderen sterven aan busung lapar (hongeroedeem) en vele tienduizenden kinderen lijden aan ondervoeding.
Toen in 2005 de eerste hongersnoodgevallen in West Nusa Tenggara bekend zijn geworden, was een stroom van berichten over ondervoede kinderen op gang gekomen. Sinds 2005 heeft men zich gerealiseerd dat honger een groot probleem is in Indonesië. Vooral in Oost Nusa Tenggara en Papua bleek honger een groot probleem te zijn. Tot de schrik van iedereen bleek dit helaas ook in minder afgelegen provincies het geval te zijn, als in Oost-Kalimantan, Zuid-Sulawesi, Sumatra en zelfs Java. Zelfs in Jakarta, niet alleen de hoofdstad maar ook de welvarendste stad van Indonesië, waren in 2005 meer dan achtduizend kinderen van onder de 5 jaar ondervoed. Zelfs in Atjeh, dat werd overladen met hulpgoederen, stierven nog altijd kinderen in vluchtelingenkampen aan ondervoeding.
Sindsdien is de honger in Indonesië op de kaart gekomen en hebben hulporganisaties het als een belangrijk punt op hun checklist gezet. Maar nog altijd kent Indonesië veel armoede en honger.
De geschiedenis
Indonesië was een heel belangrijk land in de 16e en 17e eeuw voor Europa en met name de VOC. In de 17e eeuw verjoeg de VOC de Engelsen en Portugezen uit de Molukken, een deel van Indonesië.
Indonesië is een land bestaande uit een eilandengroep van
17.508 eilanden en is daarmee de grootste eilandstaat ter wereld. Er wonen 251 miljoen inwoners in Indonesië en Indonesië is daarmee het op drie na meest bevolkte land ter wereld. Maar tragisch genoeg leeft 16 procent van de bevolking in Indonesië onder de armoedegrens.
Indonesië heeft een tropisch klimaat. De gemiddelde jaartemperatuur ligt in het gehele land rond de 30 graden Celsius.
Het volk bestaat uit heel veel verschillende etnische groepen. Deze honderden groepen hebben allemaal hun eigen mythen en legenden die uitleg geven over de oorsprong van hun volk, de verhalen van hun voorouders en de demonen of goden in hun geloofssystemen. In het hele land worden ongeveer 300 verschillende etnische groepen onderscheiden en worden er 742 verschillende talen en dialecten gesproken.
De officiële taal is het Bahasa Indonesia. Dit wordt op alle scholen in Indonesië onderwezen en wordt door bijna elke Indonesiër gesproken. Het Indonesisch werd tot officiële landstaal verheven na de onafhankelijkheid in 1945. De meeste Indonesiërs spreken meestal ook een van de andere honderden lokale talen. Een gedeelte van de oudere inwoners spreekt zelfs Nederlands. Dit komt doordat Indonesië (Nederlands-Indië) een kolonie was van Nederland.
De economie
Sinds de Aziatische Crisis aan het einde van de jaren '90, heeft Indonesië zich financieel enorm goed ontwikkeld. Gedurende de afgelopen jaren is de economie sterk gegroeid. Dit komt door sterke economische ondernemingen die zijn ontwikkeld en door een voorzichtig beleid. Dit mede dankzij de hulp van ontwikkelingsorganisaties.
Er wordt voorspeld dat de economische groei in Indonesië door zal zetten. Grote klappen zijn wel de vaak voorkomende natuurrampen geweest, met als voorbeeld de hele grote ramp in 2010. Indonesië heeft de economische groei wel kunnen voortzetten, ondanks deze financiële klappen.
De armoede
Indonesië kent grote verschillen in welvaart. Het is niet zo dat de hele bevolking arm is, want een deel van de bevolking kent juist een onvoorstelbare rijkdom. Deze welvaartsverschillen zijn te zien aan de steden. Er zijn veel sloppenwijken in Indonesië, maar soms loop je een paar meter verder en staan er de meest luxueuze gebouwen. De Indonesische overheid heeft veel initiatieven genomen om de enorme armoede in het land te bestrijden. In 2004 leefde volgens officiële tellingen 16,7% van de bevolking, ongeveer 40 miljoen mensen, onder de armoede grens. Meer dan de helft van de bevolking moest zien te overleven van minder dan twee dollar (1,4 euro) per dag.
De honger
De armoede in Indonesië kent veel hongerdoden als gevolg. Veel kinderen sterven aan busung lapar (hongeroedeem) en vele tienduizenden kinderen lijden aan ondervoeding.
Toen in 2005 de eerste hongersnoodgevallen in West Nusa Tenggara bekend zijn geworden, was een stroom van berichten over ondervoede kinderen op gang gekomen. Sinds 2005 heeft men zich gerealiseerd dat honger een groot probleem is in Indonesië. Vooral in Oost Nusa Tenggara en Papua bleek honger een groot probleem te zijn. Tot de schrik van iedereen bleek dit helaas ook in minder afgelegen provincies het geval te zijn, als in Oost-Kalimantan, Zuid-Sulawesi, Sumatra en zelfs Java. Zelfs in Jakarta, niet alleen de hoofdstad maar ook de welvarendste stad van Indonesië, waren in 2005 meer dan achtduizend kinderen van onder de 5 jaar ondervoed. Zelfs in Atjeh, dat werd overladen met hulpgoederen, stierven nog altijd kinderen in vluchtelingenkampen aan ondervoeding.
Sindsdien is de honger in Indonesië op de kaart gekomen en hebben hulporganisaties het als een belangrijk punt op hun checklist gezet. Maar nog altijd kent Indonesië veel armoede en honger.
De geschiedenis
Indonesië was een heel belangrijk land in de 16e en 17e eeuw voor Europa en met name de VOC. In de 17e eeuw verjoeg de VOC de Engelsen en Portugezen uit de Molukken, een deel van Indonesië.
De VOC concentreerde zich aan het begin op de Molukken en daar werd dan ook het bestuurscentrum gevestigd. Op Ambon om precies te zijn. In 1619 verplaatste gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen het bestuurscentrum van de VOC naar Jacatra op het eiland Java. Dit werd gekozen vanwege een meer centrale ligging.
De VOC had als doel in de Indische archipel een monopolie op de specerijenhandel te verkrijgen. In zoveel mogelijk handelsverdragen met de Indonesische machthebbers liet de VOC ook een exclusief recht op de specerijenhandel vastleggen. De VOC slaagde erin een monopolie te verwerven wat betreft de handel in kruidnagelen, nootmuskaat en foelie. Voor andere specerijen zoals peper slaagde de VOC er niet volledig in andere landen van de handel uit te sluiten. Dat de VOC het monopolie op kruidnagelen, nootmuskaat en foelie in landen kon krijgen kwam doordat deze specerijen alleen op de Molukken voorkwamen. Kruidnagelen op Amban en omringende eilanden, nootmuskaat en foelie op de zuidelijker gelegen Banda-eilanden. Pepergebieden waren er ook in Bantam en Atjeh. Daarnaast vormden de Molukken een gebied van een opvallend kleine omvang. Daardoor kon de VOC haar macht overal vasthouden.
De VOC had als doel in de Indische archipel een monopolie op de specerijenhandel te verkrijgen. In zoveel mogelijk handelsverdragen met de Indonesische machthebbers liet de VOC ook een exclusief recht op de specerijenhandel vastleggen. De VOC slaagde erin een monopolie te verwerven wat betreft de handel in kruidnagelen, nootmuskaat en foelie. Voor andere specerijen zoals peper slaagde de VOC er niet volledig in andere landen van de handel uit te sluiten. Dat de VOC het monopolie op kruidnagelen, nootmuskaat en foelie in landen kon krijgen kwam doordat deze specerijen alleen op de Molukken voorkwamen. Kruidnagelen op Amban en omringende eilanden, nootmuskaat en foelie op de zuidelijker gelegen Banda-eilanden. Pepergebieden waren er ook in Bantam en Atjeh. Daarnaast vormden de Molukken een gebied van een opvallend kleine omvang. Daardoor kon de VOC haar macht overal vasthouden.
Helaas is de geschiedenis tussen Indonesië en Nederland ook een zwarte pagina uit de Nederlandse geschiedenis geworden. Dit komt omdat de bevolking vaak zeer hardhandig onderdrukt werd. Zo zijn we ook aan de macht gekomen. Al in 1608 hadden de Heren XVII (de bestuurders van de VOC in Nederland) namelijk aan admiraal Verhoeff, die zich in het oosten van de archipel bevond, per brief laten weten: 'De eilanden van Banda en de Molukken zijn de voornaamste roos waarop wij schieten. Wij verzoeken U met grote nadruk de eilanden waar de kruidnagelen, muskaatnoten en foeilie groeien, door verdrag of met geweld aan de Compagnie te verbinden en ook op elk eiland een fort met krijgsvolk op te richten.' Verhoeff werd overigens kort na zijn aankomst op de Banda-eilanden gedood. De VOC wist echter het plaatselijk verzet zeer hardhandig te onderdrukken.
Het optreden van de VOC op de Banda-eilanden is het ergste voorbeeld van hardhandig optreden door de VOC. In 1621 ging er een strafexpeditie onder leiding van Jan Pieterszoon Coen naar de Banda-eilanden. Als straf voor smokkelhandel in nootmuskaat en foelie werden nootmuskaatbomen omgehakt en dorpshoofden gedood. De bevolking, voor zover niet vermoord of gevangen genomen en te Batavia als slaaf verkocht, vluchtte. De Banda-eilanden werden opgedeeld in kleine plantages, perken genoemd. Deze perken kwamen onder toezicht van voormalige Compagniesdienaren, perkeniers, te staan, en werden bewerkt door slaven. De oogst werd direct naar de VOC geleverd en alle vormen van lokale handel werden onderdrukt.
Sindsdien is Indonesië (toen Nederlands-Indië) een kolonie geweest van Nederland. Pas na de tweede wereldoorlog verklaarde Indonesië zich onafhankelijk. Sinds de onafhankelijk is de geschiedenis van het land onrustig geweest en wordt ze gekenmerkt door natuurrampen, corruptie, afscheidingsbewegingen, democratisering en snelle economische veranderingen.
Het optreden van de VOC op de Banda-eilanden is het ergste voorbeeld van hardhandig optreden door de VOC. In 1621 ging er een strafexpeditie onder leiding van Jan Pieterszoon Coen naar de Banda-eilanden. Als straf voor smokkelhandel in nootmuskaat en foelie werden nootmuskaatbomen omgehakt en dorpshoofden gedood. De bevolking, voor zover niet vermoord of gevangen genomen en te Batavia als slaaf verkocht, vluchtte. De Banda-eilanden werden opgedeeld in kleine plantages, perken genoemd. Deze perken kwamen onder toezicht van voormalige Compagniesdienaren, perkeniers, te staan, en werden bewerkt door slaven. De oogst werd direct naar de VOC geleverd en alle vormen van lokale handel werden onderdrukt.
Sindsdien is Indonesië (toen Nederlands-Indië) een kolonie geweest van Nederland. Pas na de tweede wereldoorlog verklaarde Indonesië zich onafhankelijk. Sinds de onafhankelijk is de geschiedenis van het land onrustig geweest en wordt ze gekenmerkt door natuurrampen, corruptie, afscheidingsbewegingen, democratisering en snelle economische veranderingen.